Het gaat vanavond in de groep over bidden. ‘Dat kan ik niet’, zegt ze. ‘Ik heb geen idee hoe dat moet. En dan verontschuldigend: ‘maar mijn zus, die kan wel bidden.’

Op haar hurken zit ze achter een schaal met ondefinieerbaar Chinees fruit. Dan vertelt ze het verhaal over de zus die wel kan bidden.

Het was op de vlucht uit China. Het eerste stuk na de steppe ging bergop bergaf. Ze zaten op een wagen, getrokken door paarden. De weg was vol gaten, bochtig en smal. ‘Toen ging mijn zus bidden’, zei ze. ‘Heel hard bidden. Want de paarden struikelden, de wagen ging helemaal scheef over de rand. Mijn zus was de enige die zich vast kon blijven houden. Veel mensen waren dood.’ ‘Ja, dat bidden hielp mijn zus.’, zegt ze.

Ze prikt wat rond met haar eetstokjes in een ander schaaltje. Kippenmaagjes in het zuur. Ik sla even over. 
‘Het was moeilijk’, zegt ze. ‘We moesten verder lopen door onbevolkt gebied. Het ergste stuk was in de bergen.’ Over welke bergketen ze het precies heeft, weet ik niet, maar het moeten hoge bergen geweest zijn. ‘Het pad was smal. We liepen tot onze middel in de sneeuw op sommige plekken. Ik gleed uit. Ze sloegen me met een knuppel. Ik moest opstaan. We moesten opschieten.’

‘Iemand z’n schoenen waren te groot. Dat lukte niet met de sneeuw. Hij moest verder. Twee paar sokken over elkaar. Toen we aankwamen was de onderkant helemaal bevroren. We moesten het eraf snijden. Hij heeft het niet overleefd.’

Ze is even stil. ‘Een half jaar duurde de reis voor we in Europa aankwamen. Ik vergeet het nooit. Soms heb ik nachtmerries. Dan wordt ik midden in de nacht wakker en ben ik heel bang.’

‘Bidden’, herhaalt ze als uit het niets. ‘Nee, dat kan ik niet, mijn zus wel, maar ik weet niet wat ik moet zeggen.’

Het blijft opnieuw even stil. Dan zegt ze verlegen er achteraan: ‘Willen jullie luisteren?’

Nog steeds gehurkt op het krukje zingt ze met haar ogen dicht een lied. Nooit eerder heb ik haar horen zingen. Het is een teer moment.

Haar vriendin vertaalt. Het gaat over God, die ze vertrouwt. Ze heeft het zelf geschreven. Ze zingt het als ze wakker wordt van haar nachtmerries. Zachtjes, om haar man niet te storen.

Het is één van de mooiste gebeden die ik de laatste tijd gehoord heb.